Deze website maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren, het webverkeer te analyseren en voor persoonlijke advertentiedoeleinden. 

     

Met de camper weg in de winter

Hoe kom je met de camper de winter door?

Op deze pagina vind je handige wintertips voor als je onderweg bent.

Als de winter voor de deur staat, trekken veel camperaars naar de Europese wintersportgebieden. Dit vraagt wel om de nodige (technische) aandacht. Jaarlijks kampen namelijk veel auto’s in de winter met elektrische problemen. Dit kan ook jouw camper overkomen. Maar wie zich goed voorbereidt, kan ook ’s winters veel plezier aan de camper beleven.

Voorbereiding: de basisauto

  • Zorg dat je tijdig tankt en houd altijd voldoende brandstof over om in noodgevallen de motor – en dus de kachel – uren in bedrijf te houden.
  • Bij gladheid rijden zonder winterbanden betekent grote kans op aansprakelijkheid en een boete bij schade. Winterbanden zijn overigens soms niet expliciet verplicht, maar meestal wel indirect vanwege de verplichting om bij alle wegomstandigheden te zorgen voor een daarvoor voldoende uitgerust voertuig. Bovendien is ook zonder verplichting een goede winterband met voldoende profiel (4 mm) een veilige keuze.  Bekijk per land de verplichte winteruitrusting. Een vierseizoenenband telt ook als winterband, mits voorzien van het 3PMSF symbool.
  • Als je onverhoopt van de weg glijdt of vast komt te zitten, kun je sleepkabels gebruiken.
  • Ook gripmatten kunnen dan handig zijn. Ook juist op de wintercamping als er veel sneeuw ligt.
  • Als de accu bij extreme kou onvoldoende capaciteit heeft, heb je startkabels nodig.
  • Spuit kabels en kabelkoppelingen in met WD40 ter voorkoming van oxidatie, of gebruik zuurvrije vaseline. Let erop dat je de spuitbus goed opbergt om gevaarlijke situaties te voorkomen. 
  • Zorg voor goed passende sneeuwkettingen en oefen thuis in het omleggen van sneeuwkettingen. Sneeuwkettingen zijn verplicht op trajecten die zijn aangegeven met het ronde blauwe bord met daarop afgebeeld een band met sneeuwketting. Bovendien heb je ze soms nodig op een een sterk besneeuwde wintercamping.
  • Gebruik eventueel als alternatief de AutoSock, een textiel wielcover die vergelijkbaar is met het op sokken lopen over ijs. Deze is overal toegestaan, behalve op sommige trajecten in Oostenrijk en Zwitserland. Door de coulante houding van de Oostenrijkse en Zwitserse politie zijn bij de NKC echter al jaren geen gevallen bekend dat voor het gebruik van de AutoSock bekeuringen zijn uitgedeeld. Officieel blijven sneeuwkettingen wel verplicht, sneeuwkettingen hebben een veel beter effect, maar zijn lastiger aan te brengen.
  • Behandel deurrubbers van tevoren tegen vastvriezen met vaseline, rubberstick of talkpoeder.
  • Zorg voor vorstbestendigheid van de ruitensproeier vloeistof tot -30 graden. Neem voldoende reserve mee, aangezien het bij pekel snel op raakt. Ruitenvloeistof met antivries is wettelijk niet verplicht in de winter, maar als na een ongeluk blijkt dat de bestuurder de vloeistof niet heeft gebruikt, is er een kans op een boete en een aansprakelijkheidsstelling voor het ongeluk.
  • Neem slotontdooier mee in je tas, jas- of broekzak, aan ontdooier die je in de camper laat liggen heb je niets!
  • Neem extra ijskrabbers mee, want ze kunnen in de kou makkelijk breken. Een lange steel is handig voor de voorruit.
  • Neem ook een spuitbus ontdooispray mee. Bevestig deze goed om gevaarlijke situaties te voorkomen.
  • Gebruik breed aluminiumkleurige plakband om portiersloten vrij van sneeuw te houden bij parkeren.
  • Neem veiligheidshesjes mee voor alle inzittenden. Deze hesjes bieden meer veiligheid, zeker in de donkere wintertijd.

Startaccu in de winter

De belangrijkste oorzaak van elektrische problemen is meestal de loodzwavelzuur startaccu

Problemen voorkomen bij oudere startaccu’s

Bij een startaccu die al wat jaartjes meegaat daalt het prestatievermogen na verloop van jaren. Is je accu in de zomer nog net voldoende, dan laat hij het in de kou vaak afweten. Dit komt onder meer door slijtage van het inwendige plaatmateriaal of door sulfatering. Laat voor de winterreis je startaccu doormeten, dan kan je deze zo nodig op tijd laten vervangen.

Let op bij starthulp

Het kan gebeuren dat op een gegeven moment starthulp nodig is. Een ander zet dan de neus van zijn voertuig vlakbij de neus van jouw camper. De hulpstartkabels worden aangesloten en vervolgens wordt de motor gestart.

Dit kan risicovol zijn! Vooral bij een camper met een modern motormanagementsysteem kan er eventueel schade aan dit systeem ontstaan. Bij het starten loshalen van de hulpstartkabels kan de camper die starthulp krijgt ook door een spanningspiek schade oplopen aan de elektronica. Moet je toch starthulp geven of ontvangen, bekijk dan onze instructie camper starten met een hulpaccu.

Dikke startkabels

Schaf de juiste startkabels aan. Gebruikelijk is voor campers met een dieselmotor tot ca. 3 liter cilinderinhoud om startkabels te gebruiken die minimaal belast kunnen worden tussen de 200 en 250 Ampère. Deze kabels hebben een diameter vanaf ca. 25 mm2.

Dunnere startkabels zijn slechts voor lagere stromen en hebben als starthulp bij zwaardere startmotoren groot spanningsverlies in de kabels. Dit is ook te merken doordat tijdens de starthulp deze kabels snel warm worden. Dit is nadelig voor een effectieve en snelle starthulp.

De boordaccu als hulpstart

Campers zijn uitgerust met een tweede accu, de zogenaamde boordaccu. Wanneer dit een startaccu is, is deze uiteraard goed te gebruiken als hulpstartaccu. Sommigen hebben een semi-tractie accu als tweede accu aan boord. Deze kan in noodgeval als hulpstartaccu worden gebruikt. Pas hiermee echter goed op. Knoop nooit zomaar twee accu’s aan elkaar en begin er niet aan als je niet precies weet wat je doet. 

Een LiFePO4 accu in de winter als boordaccu

Een LifePO4 accu kan ook in de winter prima de boordstroom leveren, beter nog dan een op lood gebaseerde accu. Maar het laden van een LiFePO4 accu beneden de 0 graden kan een probleem zijn! Een pure LiFePO4 accu cel mag je niet bij vorst laden. Ontladen kan meestal overigens wel gewoon tot -20 graden. Staat je accu in een verwarmde omgeving is er niets aan de hand, maar staat hij in de garage van een grote camper wordt hij misschien wel kouder dan 0 graden. Dan moet je opletten of jouw accu van verwarming is voorzien. Dat is soms een optie bij de aanschaf van de accu maar gelukkig is het steeds vaker standaard aanwezig. Deze uitvoering heet vaak ‘arctic’ of ‘polar’. De verwarming verwarmt de accu bij koude vóór het laden aanvangt. Zoek vooraf uit hoe het voor jouw accu geregeld is, want als de LiFePO4 accu niet geladen wordt wegens vorst kom je vroeg of laat met een lege accu te staan.

Voorbereiding: de huishouding

Bij de voorbereiding op een winterse reis zijn het niet alleen de technische zaken van de auto die je aandacht nodig hebben. De moderne camperaar rekent erop dat zijn wagen hem overal comfortabel naartoe brengt, maar als je camper onverhoopt strandt en je eropuit moet om hulp te halen terwijl het vriest, sneeuwt of ijzelt, kom je niet ver zonder geschikte kleding en schoeisel. Valt de motor uit, dan biedt de autokachel geen warmte meer.

Bovendien levert de dynamo dan geen stroom meer, zodat – waar geen aansluiting voor 230 volt is – alleen de huishoudaccu als energiebron overblijft. Als die slecht is of leeg raakt, stoppen bij de meeste campers ook de kachel en alle andere voorzieningen die stroom nodig hebben, zoals de waterpomp en de verlichting.

Handige huishoudelijke spullen om mee te nemen

  • Kleding en dekens: ook bij korte uitjes voldoende meenemen. Misschien kom je langdurig stil te staan zonder kachel.
  • Gasvoorraad: ruim voldoende voor het hoge verbruik, bij voorkeur ook een reservefles. Gebruik propaangas, want butaan is niet geschikt voor lagere temperaturen. Dat geldt in mindere mate ook voor lpg. Laat eventueel een Eis-ex verwarmingselement monteren om bevriezen van de regelaar te voorkomen. Zoek een wintercamping met gasflesverhuur of gasleiding op de plek, want een 11 liter gasfles is na een dag of 2 a 3 al leeg. Een automatische gasflesomschakeling is handig, zodat je er niet ’s nachts uit moet als de fles leeg raakt.
  • Isolatiemateriaal: De bestuurderscabine van buscampers en halfintegralen laten vaak erg veel kou binnen. Hetzelfde geldt voor enkelvoudige glasvensters. Binnenisolatie met zuignappen helpt goed, maar voorkomt  geen condensatie aan de binnenkant. Buitenisolatie over de voor- en zijruiten helpt daartegen beter, zeker als die ook over de ventilatieopeningen gaat of zelfs de hele neus van de camper bedekt. Handig is het als het gedeelte voor de voorruit opengeritst kan worden.
  • Aan de binnenzijde van de cabine helpt een speciale isolatie cover vanaf het dashboard tot in voetenruimte, welke ook de ventilatiegaten afsluit. Daar kan het anders flink door tochten. Een grote fleecedeken over het dashboard tot op de grond (over de pedalen) helpt ook al een stuk.
  • Bij buscampers is er vaak tocht tussen de achterdeuren heen, koelt het bij enkelglas af en ook zijn de deuren zelf vaak ook maar beperkt geïsoleerd. Hier helpt een speciale binnenisolatiescherm voor de achterdeuren, meerlagig met aluminiumlaag. Ook leverbaar met rits om makkelijk bij de bagageruimte te komen. Ook hier is een grote fleecedeken een voordelig alternatief, maar minder effectief.
  • De schuifdeur van buscampers wil aan de onderzijde nog wel eens tochten, vooral aan de onderkant. Een kleedje of tochtteckel houdt al aardig wat tegen, maar je kan ook vooraf een een rubberstrip aanbrengen (foam met gesloten cellen of een hol rubberprofiel).
  • Aansluitsnoer voor 230 volt: met rubber dat bij vorst soepel blijft. Wel de haspel afrollen en de kabel ophangen, zodat die niet aan de grond vastvriest.
  • Ventilatorkacheltje: als bij- of noodverwarming als er 230 volt beschikbaar is. Let wel op het maximumvermogen van de aansluiting.
  • Sneeuwschep: voor het uitgraven of de weg vrijmaken. Ook een stevig exemplaar voor bevroren sneeuw.
  • Bezem: een zachte, onder andere om sneeuw van ruiten en zonnepanelen te vegen.
  • Laddertje (uitschuifbaar of opvouwbaar) om sneeuw van het dak te ruimen.
  • Föhn (230 V): kan nuttig als portiersloten of kranen bevroren zijn.
  • Noodvoedsel: vooral drinken, voor als je ingesneeuwd bent of in de file staat.
  • Verwarmingsmat (230 V): tegen koude voeten, vooral in busjes en oudere campers zonder dubbele vloerconstructie.
  • Zaklantaarns (geladen of met volle batterijen) voor noodgevallen.

Schade door condensvorming voorkomen

Houd tijdens het wintercamperen ook rekening met schade door condensvorming. Er wordt ’s zomers veel geventileerd, maar ’s winters doen veel camperaars zo veel mogelijk dicht om de kou buiten te houden. De aanwezigheid van mensen, het koken en sommige kachels zorgen echter voor veel vocht in de camper. Dat condenseert op de koudere plekken, zoals de cabine, de ruiten, de achterzijde van sommige kastjes en voorin de alkoof.

Dit is hinderlijk, maar erger is dat het uiteindelijk ook in de camperwanden kan doordringen. De oplossing is condensvorming waar mogelijk te voorkomen en voor voldoende ventilatie te zorgen. In plaats van ramen constant op een kier te zetten waardoor het gauw koud wordt, kan je er voor kiezen om een paar keer per dag alle ramen en deuren kort wijd open te zetten, zodat alle vochtige lucht verdwijnt.

Voordat de camper door en door afkoelt kan je alles weer sluiten. Laat bovendien bij stilstand van de kastjes waarin het koud is het deurtje open staan.
Droog nette kleding en winteruitrusting zo mogelijk in het drooghok van de camping. Of zet het je de wintervoorzettentje. Zo’n tentje met stevig frame en schuin dak (tegen de sneeuw) dient tegelijk als handig schuurtje en warmtesluis.

Vorstschade voorkomen

Het is raadzaam bij elke winterse reis er rekening mee te houden dat het kan gaan vriezen. Want eenmaal bevroren apparatuur is vaak pas ontdooid na uren verwarmd stallen. En dan maar hopen dat er geen blijvende schade is ontstaan. Alles waar water in zit – vergeet toilet en limonadefles niet – loopt bij vorst gevaar.

Boiler en vorstbeveiliging

Een bevroren boiler is al gauw een kostbare zaak. Daarom slaat bij 3 graden de vorstbeveiliging in (soms al iets eerder). Hierdoor loopt de boiler leeg en vaak ook de drinkwatertank. Pas bij 7 graden is het mogelijk de vorstbeveiligingskraan weer dicht te zetten. Bij matige koude kan je de camper minimaal op 10 graden houden of de boiler minstens op 40 graden verwarmen waardoor de techniekruimte warmer blijft.  

Vooral alles wat buiten het verwarmde woongedeelte zit, verdient aandacht, zoals de afvalwatertank en wateraftapkranen. Probeer ook een luikje of klep open te houden zodat de warme lucht bij de tank, boiler en klep kan komen. Maar ook alles binnenin de camper: wat op koude plekken ondergebracht is, loopt risico. Omdat alles bevriezingsgevaar loopt als de verwarming het begeeft, is het verstandig om van tevoren een noodoplossing te bedenken. In elk geval tijdig water aftappen, want als het eenmaal vriest, kan het te laat zijn. Vergeet daarbij niet de restjes in de waterpomp, zwanenhalzen, stankafsluiters en dergelijke. Bij sterke vorst kan je vermoedelijk het best alles aftappen en binnen gewoon een kleine drinkwaterjerrycan gebruiken.

Speciale voorzieningen wintercampings

Echte wintercampings hebben vaak speciale voorzieningen, zoals een vaste gasaansluiting of verhuur van grote gastanks, verwarmde ruimtes voor het drogen van skikleding, verwarmde toiletruimtes en een huiskamer. Vaak hebben wintercampings waterafvoer ter plekke, zodat de grijswatertank-afvoerkraan open kan blijven. Het afvalwater opvangen in een emmer of bak en die steeds legen, kan natuurlijk ook. Overigens kan er dan ook ijsafzetting in de leiding ontstaan. Kranen en leidingen omwikkelen met elektrisch verwarmingsband is ook een oplossing.

Op de camperplek

  • Maak zo mogelijk de plek vooraf sneeuwvrij. Dan kan je de camper goed en horizontaal neerzetten en hebben wielen, keggen en stelpoten goede grip.
  • Zet bij stelpoten plankjes onder de stempels zodat ze stevig staan en niet in sneeuw of ijs gedrukt worden.
  • Rol de stroomkabel helemaal af (tegen oververhitting) en hang hem boven de grond. Anders zakt hij later misschien in de sneeuw en ijs en vriest helemaal vast aan de bodem.
  • Heb je geen verwarmde en/of ingebouwde grijswatertank, plaats dan een emmer of vuilwatercontainer onder de uitloop van de grijswatertank en houdt de vuilwatertank gewoon open. Dan kan er geen water in de campertank bevriezen. De leidingen aan de buitenkant kan je eventueel isoleren of voorzien van elektrische verwarmingskabels. Let wel op de veiligheid.
  • Ruim bij grote sneeuwval de sneeuw regelmatig van het dak, zeker als er een schoorsteentje op staat. Heb je een (diesel)kachel met uitlaat onder de camper, zorg dan dat er voldoende ontluchting open blijft.

Weergaven: 60

Related Posts

Camperverzekering van dé camperspecialist

 

 

Meer Camper-verzekeringen
error: