Fietsen in Friesland
Ontdek de vele gezichten van Friesland op de fiets!
Met maar liefst vier nationale parken en twee nationale landschappen kunnen natuurliefhebbers hier hun hart ophalen. In het zuidwesten van de provincie liggen de legendarische Friese meren. We lichten de leukste fietsroutes in Friesland voor je uit – of stel je eigen fietsroute door Friesland samen met onze Fietsknooppuntenplanner.
Op deze route zijn zeedijken – of resten daarvan – te zien uit verschillende fasen van de Friese geschiedenis: eerst de Pingjumer Gulden Halsband uit de tijd dat de dijk ten zuiden van Harlingen een flinke omweg moest maken rondom een zee-inham. Vanaf Makkum volgt de route de vroegere Zuiderzeedijk, sinds 1932 de IJsselmeerdijk. Ten noorden van de Afsluitdijk gaat het verder over de lijn waar land en zee elkaar nog steeds raken. In tegenstelling tot Makkum profiteert Harlingen nog steeds van zijn ligging aan zee.
Startpunt: het bordje met de richting voor het volgende knooppunt hangt niet naast het grote knooppuntenbord op het Zuiderplein. Ga met je rug naar het bord linksaf over de Rozengracht, dan fiets je richting knooppunt 93.
NB: tussen knooppunt 95 en 55 gaat na 2,8 km de route rechtdoor het viadauct over; let op dat je hier niet abusievelijk het fietspad links van de weg neemt!
Fietsveiligheid route-informatie: geen bijzonderheden; deze route is geschikt om met de e-bike te fietsen.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.).
Harlingen (Fries: Harns) was vanaf de 16e eeuw bijna drie eeuwen lang de belangrijkste havenstad van het noorden van het land. De namen van pakhuizen aan de Noorderhaven verwijzen naar vroegere verre handelsbestemmingen. Sinds de aanleg van de Afsluitdijk is Harlingen de enige Friese stad die nog aan zee ligt. Het is daarom een perfecte uitvalsbasis voor plezierjachten die de Waddenzee op willen. Fans van Simon Vestdijk mogen Harlingen niet uit voordat ze de Vestdijkkamer hebben bezocht in Gemeentemuseum Het Hannemahuis aan de Voorstraat 56 (www.hannemahuis.nl). Alle eerste drukken liggen hier.
Als een van de 11 Friese steden is Harlingen sinds het culturele jaar 2018 in het bezit van een van de 11 kunstzinnige fonteinen. Midden in de Nieuwe Willemshaven ligt De Walvis van Jennifer Allora & Guillermo Calzadilla (www.11fountains.nl).
NB Museum Het Hannemahuis ligt niet direct aan de route. Fiets vanaf het startpunt (knooppunt 51) richting 54. Na 300 m fiets je dan de Voorstraat in; het museum ligt meteen aan de linkerhand. Fiets na het bezoek terug naar de hoofdroute.
Tussen Kimswerd en Pingjum (Fries: Kimswert en Penjum) loopt de route door de voormalige Marneslenk, een zee-inham die in de 9e en 10e eeuw diep het Friese land binnendrong, maar daarna geleidelijk dichtslibde. De Marneslenk liep in een halve cirkel rondom Pingjum. Een ronde dijk, de Pingjumer Gulden Halsband, beschermde Pingjum tegen het zeewater. Op het weggetje De Blokken kruis je deze dijk, die inmiddels deels is afgegraven.
Voorbij de N7 zijn de dorpjes Wons, Schraard en Longerhouw prachtige voorbeelden van typisch Friese terpdorpjes. Ze zijn zeker de moeite waard om er even van de route af te wijken voor een rondje om de kerk.
Bolsward is ontstaan op drie terpen, waarvan de oudste dateert van voor onze jaartelling. Rond de 13e eeuw werd de Broerekerk als kloosterkerk gebouwd. Stadsrechten kreeg Bolsward echter pas in 1455. Dat het deze Friese stad voor de wind ging laten de fraaie historische gebouwen zien, het bezienswaardige stadhuis voorop. Ook de Broerekerk is een bezoekje waard: na een brand in 1980 is de ruïne voorzien van een glazen overkapping, wat de oude minderbroederskerk een bijzondere, bijna industriële sfeer verleent.
Voor deze kerk staat de De Vleermuis van Johan Creten, een van de 11 kunstzinnige fonteinen die in het culturele jaar 2018 in alle Friese steden zijn verrezen.
Hoewel de route niet door de oude stadskern gaat, is Bolsward een bezoek meer dan waard; ga hiervoor bij knooppunt 1 rechtdoor naar 5 en 6 (zelfde route terug om de hoofdroute te vervolgen).
Allingawier had oorspronkelijk een open verbinding met zee en er woonden veel vissers. De helft van het piepkleine dorp met 80 inwoners is nu museumdorp met onder andere een boerderij, restaurant, smederij, brandweerhuis en een expositiekerk. Men krijgt hier een goede indruk van het vroegere leven in een Fries plattelandsdorpje (www.hetfriesemuseumdorp.nl).
Net buiten Allingawier staat de in 1993 in 18e-eeuwse Friese stijl gebouwde Allingastate met Oudfriese elementen zoals een poortgebouw en een koetshuis. Het maakt geen deel uit van het museumdorp, maar doet dienst als luxe B&B.
Rond de sluis van Makkum zijn mooie gevels te zien van koopmanshuizen uit de 17e en 18e eeuw. In die tijd draaide de economie hier op volle toeren, vooral door de kalkovens, waar de voor de kust ruimschoots aanwezige schelpen werden verwerkt tot cement. In hoogtijdagen stonden er maar liefst honderd. In het kielzog daarvan bloeiden ook de scheepvaart en de scheepswerven. Na 1750 ging het bergafwaarts met de kalkovens, omdat de grondstoffen uitgeput raakten. Wel bleven de scheepswerven en de fabricage van het typische Makkumer aardewerk. De langste reputatie heeft Koninklijke Tichelaar, een familiebedrijf dat al sinds 1640 aardewerk produceert.
Het beeld De Steenen Man, dat ten zuiden van Harlingen op de Waddenzeedijk staat, is een eerbetoon aan Caspar de Robles. Hij was een Portugees in Spaanse dienst die van 1568-1576 landvoogd van Groningen en Friesland was. Na de Allerheiligenvloed van 1570 herstelde hij deze dijk en dwong daarbij twee groepen Friezen om samen te werken. Het beeld staat op de grens van die gemeenschappen en kijkt de beide kanten op.
Weergaven: 72