Op wat heuvels in het oosten en zuiden na, zijn er in Nederland nauwelijks bergachtige wegen. Maar zodra je over de grens gaat, kunnen steile wegen zich aandienen. In de hoogste versnelling 80 kilometer per uur rijden is lekker zuinig op een vlakke weg, maar in de bergen is dat niet je eerste prioriteit. Daar moet je toeren maken, zowel berg op als berg af.
Berg op met de camper
Ga je omhoog, zet dan de motor in een lage versnelling. Hier geldt: als je het gas intrapt, moet de camper kunnen versnellen. Versnelt hij niet of gaat hij zelfs langzamer rijden, schakel dan terug. Een motor die in een te hoge versnelling omhoog moet zwoegen, dus met een te laag toerental, kan oververhit raken en schade oplopen. Je kan zelfs stil komen te staan met een kapotte motor. Heb je een automaat, dan regelt hij het terugschakelen doorgaans zelf, hoewel sommige automaten er toch moeite mee hebben. Als je merkt dat je veel trekkracht verliest, schakel dan zelf terug in een lagere versnelling.
Berg af met de camper
Ook als je bergaf rijdt, zet je de motor in een lage versnelling. Vuistregel is dat je in de versnelling daalt waarmee je dezelfde helling naar boven rijdt. Zodoende rem je op de motor en spaar je de remmen. Wanneer je alleen de remmen gebruikt om vaart te verminderen, kunnen ze oververhit raken, gaan stinken en in het ergste geval hun remkracht verliezen. Als je toch moet remmen, rem dan kort en krachtig, zodat de remmen weer de gelegenheid krijgen om af te koelen. Rijd je in een automaat, zet de versnelling in manual en schakel zelf terug om op de motor te remmen. Loopt het toerental te hoog op, rem dan bij.
Bochten
Bij bochten en zeker haarspeldbochten, moet je tijdig voor de bocht vaart minderen en terugschakelen, zodat je in de bocht zo min mogelijk hoeft te remmen. Voor haarspelbochten geldt: ruim erin draaien, krap eruit. Dat geldt voor alle auto’s, maar voor campers is dat extra belangrijk, omdat die het risico lopen om in een steile haarspeldbocht met de oversteek aan de achterkant over het wegdek te schuren.
Anticipeer goed. Vrachtwagens en bussen hebben veel ruimte nodig in een haarspeldbocht en een camper eigenlijk ook wel, dus als je voorziet dat je elkaar moet passeren in de bocht, stop dan een eind voor de bocht zodat je niet klem komt te staan.
Voorrang
In de bergen heeft stijgend verkeer voorrang boven dalend verkeer. Maar in de meeste berglanden hebben bussen en vrachtauto’s altijd voorrang, ook als ze dalen. Rijden in de bergen is een spel van geven, nemen en gezond verstand. Meestal is het zinnig om per situatie te bepalen wat je doet. Als je omlaag rijdt, geef je altijd voorrang, tenzij je tegenligger de berm induikt en stopt en je zo de ruimte geeft. En als je stijgt, bekijk je of je de ruimte hebt om te kruisen. Als de weg te smal is om te kruisen en aan jouw kant is een uitwijkplaats, dan geef je die voorrang gewoon. Vaak steken weggebruikers een vinger of hand op om elkaar te bedanken wanneer ze elkaar ruimte hebben geboden.
Rijd altijd rustig en met overleg. Zorg dat je geen haast hebt. Plan dus korte etappes in de bergen, want het gaat niet hard in een camper. Laat je nooit opjagen door verkeer achter je. Ga gewoon af en toe opzij om het achteropkomende verkeer erlangs te laten, dan is iedereen blij.
Weergaven: 135