Campers zijn populairder dan ooit. Natuurlijk kun je voor tienduizenden euro’s een hyperluxe nieuwe camper kopen, maar ook op de occasionmarkt is er breed aanbod. Tenslotte kun je zelf nog een (bestel)auto omtoveren tot camper en ook tegen gereduceerde mrb rijden. Waar moet je in dat geval op letten?
Het heeft waarschijnlijk veel te maken met de coronacrisis, maar één ding is zeker: Nederland omarmt de camper meer dan ooit. 2021 overtreft nu al bijna recordjaar 2020, terwijl het jaar nog aardig wat maanden duurt. Wie weet ben je zelf ook wel één van de velen die de aanschaf van een camper overweegt. Het liefst geef je daar natuurlijk niet teveel aan uit, of de spaarrekening moet een flinke dosis verwennerij toestaan. Wil je het goedkoop houden en tegelijkertijd ook nog je eigen creativiteit en handigheid inzetten, dan is het zelf ombouwen van een auto tot camper wellicht een leuk plan.
Autokeuze
Het begint natuurlijk met de keuze van een geschikte basis. Een bestelbus is vaak het beste uitgangspunt. Denk daarbij aan een gebruikte Ford Transit, Volkswagen Transporter, Fiat Ducato of Mercedes-Benz Sprinter. Deze busjes zijn immers ook vaak de basis van auto’s die af fabriek al als camper verkocht worden. Het is dan ook makkelijker om eens te kijken hoe dergelijke modellen door anderen ingericht zijn als camper. Aangezien een camper vanwege de inrichting vaak best zwaar is en er daarbij ook nog eens bagage in meegaat, is het verstandig om voor een wat krachtigere motorversie te gaan. Je wil immers wel enigszins fatsoenlijk die 12 procent-helling in Zuid-Frankrijk op kunnen rijden zonder angstige momenten te beleven. Een compacter bestelbusje, bijvoorbeeld een Renault Kangoo of Peugeot Partner, is ook een optie. Bedenk dan wel dat het allemaal een stuk primitiever zal worden én dat het lastiger wordt om aan de eisen te voldoen die de RDW stelt om een auto als camper te kunnen registreren. Een grote MPV is tenslotte ook nog een optie. Dat rijdt vaak wat comfortabeler dan een busje. Tegelijkertijd is het wel meer werk om daar zaken in te bouwen en (net als bij een compacte bestelbus) zal een in hoogte uit te breiden dak waarschijnlijk nodig zijn om aan de eisen te voldoen.
Eisen
De Belastingdienst stelt namelijk dat een camper ‘…een rechthoekig blok moet kunnen bevatten met een hoogte van minimaal 170 cm over een lengte van minimaal 200 cm en over een breedte van minimaal 90 cm. De binnenruimte is de ruimte achter de bestuurders- en bijrijderszitplaats, waarbij de stoelen in de achterste stand staan.’ In het geval van een klein busje moet je dan dus al snel werken met een uit te breiden dak, waarbij geldt dat met het dak ingeklapt er alsnog 130 cm hoogte aan ruimte moet zijn en het uitklapdak de hoogte van 170 cm over een lengte van 1 meter en breedte van 90 cm realiseert.
Aan de inrichting worden verder ook harde eisen gesteld. Zo moet er een te bevestigen tafel in aanwezig zijn, maar die mag wel eenvoudig verwijderd kunnen worden. Ook moeten er voor minimaal twee personen slaapplaatsen te realiseren zijn zonder daarbij de zitplaatsen van bestuurder en bijrijder op te offeren. Bij één tweepersoons bed moet dit een minimale lengte van 180 cm en breedte van 110 cm hebben. Bij twee afzonderlijke slaapplekken moeten deze allebei tenminste 180 cm lang en 60 cm breed zijn. Ook dienen er tenminste twee ‘vaste en afsluitbare opbergfaciliteiten’ zijn. Het lastigste te realiseren is wellicht het keukentje. Er moet namelijk een vast keukenblok zijn van tenminste 60 cm hoogte, waarin je watervoorziening met spoelbak, kraan en afvoer treft, maar ook een vaste kookgelegenheid in de vorm van bijvoorbeeld een gasstel of een magnetron. Overigens zijn de eisen milder voor campers die vóór 1 mei 2002 al als zodoende geregistreerd stonden. Meer over de eisen lees je op de website van de Belastingdienst.
Bouwen
Wanneer je eenmaal helder hebt wat er allemaal nodig is om überhaupt de auto als camper te kunnen registreren, begint het echte werk: het ombouwen. Hoe je dat aanpakt, hangt uiteraard sterk af van de auto die je ervoor hebt gekozen. Wat veel mensen doen, is de vloer van de (bestel)auto achter de twee voorstoelen eerst voorzien van een (multiplex-) inbouw. Een houten raamwerk vormt de basis voor een afgetimmerde ruimte waar je later je bagage en camperbenodigdheden (bijvoorbeeld ook het bed zelf) in kunt opbergen. De opening(en) van deze ruimte kun je bijvoorbeeld achteraan maken, zodat je er bij het openen van de achterklep toegang toe krijgt. Op deze opbouw leg je vervolgens de matjes of het matras waarop je slaapt. Als je er de ruimte voor hebt, kun je in het midden een deel van de vloer vrijhouden, zodat er twee afzonderlijke verhogingen langs de flanken van de camper ontstaan waarop je kunt slapen maar ook tegenover elkaar op kunt zitten met wellicht een opklaptafel ertussen. Als je er de auto voor hebt, is het eventueel ook nog een optie om de slaapplaatsen op het dak te realiseren in een (al dan niet aanwezige) dakverhoging.
De keuken kun je op tal van manieren realiseren, bijvoorbeeld met een standaard gasstel voor op de camping, bevestigd op een hangend werkblad (op minimaal 60 cm hoogte) en een simpel kraantje dat op een watertankje is aangesloten. Let er wel op dat de camper voldoende geventileerd kan worden – vooral voor je eigen veiligheid – en dat het water vanuit de spoelbak afgevoerd kan worden naar buiten de camper. Daarbij moet er waarschijnlijk ergens de zaag gezet worden in de carrosserie en dan is het natuurlijk van groot belang om de randen goed af te werken en preventief te behandelen tegen roestvorming.
Registreren
Wanneer je het idee hebt dat je alle zaken hebt afgevinkt om je camper als zodanig te registreren, kun je ermee naar de RDW. Daar wordt de auto dan gekeurd en daarbij checkt men uiteraard of alle eisen voor een camper afgevinkt zijn. Let erop dat ook de veiligheid van het geheel gecontroleerd wordt. Je kunt nog alle bouweisen hebben nagelopen, als men het niet veilig acht om in te verblijven en slapen, vis je alsnog achter het net. Is de keuring geslaagd, dan kun je de Belastingdienst verzoeken voor de auto een ‘bijzonder tarief’ te rekenen bij de motorrijtuigenbelasting. Dan moet je ook nog een keer met foto’s aan kunnen tonen dat je aan de eisen voldoet.
Wanneer alles geregeld is, betaal je voor je camper geen provinciale opcenten en brandstoftoeslag. Fijnstoftoeslag kan nog wel van toepassing zijn. Het kan je een hoop geld schelen als het allemaal lukt. Waar je bijvoorbeeld voor een particuliere bestelauto met dieselmotor en een gewicht van 1.551 t/m 1.650 kilo normaal zo’n €370 mrb per kwartaal betaalt, ben je voor het camperequivalent daarvan pakweg €120 per kwartaal kwijt.
Weergaven: 72