Met de uitspraak in hoger beroep tegen de vader van een Montenegrijnse familie kwam woensdag een einde aan een bijzondere zaak, die al met al meer dan twee jaar duurde. Het hele gezin kreeg aanvankelijk de schuld van vele tientallen auto-inbraken langs de Zeeuwse kust, waardoor de zaak veel aandacht kreeg. Maar de afloop – alleen een lange celstraf voor de vader, en de rest van het gezin inmiddels al lang weer in Montenegro – was niet zoals politie en Openbaar Ministerie voor ogen hadden. We blikken terug.
Hoe begon deze bijzondere zaak?
Op 16 augustus 2018 hielden agenten bij Aagtekerke een camper tegen. De politie was al een poosje alert, want in de weken ervoor vonden er opvallend veel inbraken plaats in auto’s en campers op kustparkeerplaatsen in heel Zeeland en op Goeree-Overflakkee. In de camper trof de politie een groot gezin aan: vader, moeder, een meerderjarige zoon en schoondochter, en vier kinderen, onder wie een baby. Het gezin leefde al weken, mogelijk maanden in de camper. Die lag – volgens de politie – vol met gestolen spullen, afkomstig van mogelijk wel 160 inbraken in auto’s en campers.
Hoe gingen politie en justitie daarmee om?
Die besloten hoog in te zetten. Om het belang van de zaak te schetsen, werden media benaderd en werd een persconferentie belegd. Daar toonden de betrokken agenten zich ontdaan door wat ze in de camper hadden aangetroffen. Een hele familie, inclusief kinderen, die maandenlang bijna letterlijk bovenop elkaar moest leven: dat was al schokkend. En bovendien, benadrukte de politie, kon het niet anders of het hele gezin had meegedaan aan de auto-inbraken. Er waren aanwijzingen dat de kinderen op de uitkijk moesten staan terwijl de volwassenen hun slag sloegen, en dat ze door de dakramen van auto’s klommen omdat de grote mensen daar niet door pasten. ‘Deze kinderen leren vanaf hun geboorte dat criminaliteit bij het dagelijks leven hoort. En dat gebeurt onder onze ogen. Dat moeten we niet willen’, gaf een agent van het onderzoeksteam destijds aan.
Het Openbaar Ministerie sloot zich daarbij aan. In de aanklacht stonden termen als ‘criminele organisatie’, ‘uitbuiting’ en ‘mensenhandel’. Tegen de vier volwassen verdachten werden bij de rechtbank jarenlange celstraffen geëist, en de twee oudste kinderen werden voor de jeugdrechter gebracht.
Ging de rechtbank daarin mee?
Nauwelijks. Het eerste signaal dat het mis ging, was de voorlopige vrijlating van de schoondochter, in april 2019. Toen kort erna, zelfs nog voor de uitspraak, ook de moeder en zoon werden vrijgelaten omdat hun voorarrest al langer duurde dan de waarschijnlijke straf die ze zouden krijgen, werd duidelijk dat het OM zou misgrijpen. Uiteindelijk werden moeder en zoon veroordeeld tot twee en vier maanden cel, voor kleinere vergrijpen. De schoondochter werd zelfs helemaal vrijgesproken,
Hoe kon het Openbaar Ministerie zo achter het net vissen?
Voor een deel geldt: gegokt en verloren. Er waren eerder nauwelijks soortgelijke zaken, dus de officier van justitie werkte voor een deel op onbekend terrein. Het probleem lag echter ook bij het OM zelf. De advocaten van de verdachten maakten vanaf het begin gehakt van het onderzoeksdossier. Dat was incompleet en hing van vermoedens en veronderstellingen aan elkaar, betoogden ze. De rechtbank ging daar grotendeels in mee en gaf het OM een veeg uit de pan. Zo was niet uitgezocht welke spullen in de camper nu eigenlijk gestolen waren en welke eigendom waren van de gezinsleden zelf. Dat van veel van de ‘gestolen’ waar geen eigenaar werd opgespoord, hielp ook niet erg. Ook kon niet bewezen worden dat anderen dan de vader van de diefstallen wisten, laat staan dat de kinderen hadden geholpen.
De rechtbank achtte de vermeende criminele rol van de gezinsleden daardoor niet bewezen, en kon niet anders dan hen (zo goed als) vrijspreken. Het Openbaar Ministerie ging nog wel in hoger beroep, maar moest vorige maand tijdens de behandeling daarvan toegeven dat ze niets meer recht kon zetten en geen nieuwe bewijzen kon aandragen. Van de oude aanklacht bleef in dat hoger beroep daardoor weinig over.
Was er dan helemaal geen lichtpuntje voor het Openbaar Ministerie?
De rechtbank plakte vorig jaar nog wel een pleistertje op de wond, door de vader vijf jaar celstraf te geven. Voor het plegen van ‘alleen maar’ auto-inbraken was dat erg hoog. De rechter sprak van ‘mobiel banditisme, wat we niet tolereren’. Daaruit bleek dat het OM in elk geval wel heeft kunnen bewijzen dat het gezin speciaal naar Nederland kwam om misdaden te plegen, en dus niet op vakantie was, zoals hun advocaat volhield. In hoger beroep viel de straf weliswaar wat lager uit, maar ook daar sprak de rechter van ‘een rooftocht langs de kust’. Ook de vier jaar die het gerechtshof de vader oplegde, is relatief best fors. De zure smaak dat de vader mogelijk over drie maanden – dankzij de bijna reguliere ‘vervroegde invrijheidsstelling’ – op straat staat en zijn gezinsleden al lang weer in Montenegro zijn, zal voor politie en justitie echter blijven overheersen.
Weergaven: 28