Een campervakantie, wie wil dat nou niet? Want je bent altijd thuis, ook onderweg richting verre oorden. Maar ja, die aanschaf, hè? Ettelijke tienduizenden euro’s ben je zo kwijt, terwijl topcampers gemakkelijk over de ton gaan. Camperhuur kan dan een prima alternatief zijn, zeker voor wie blanco in het avontuur stapt. Maar hoe kom je aan een camper? En waar moet je op letten? In dit artikel gaan we dieper in op de professionele camperverhuur.
Om op de meest prangende vragen antwoord te kunnen geven, steken wij ons licht op bij twee professionele, ervaren camperverhuurders: Booij in Almere en Bruggink in Almelo, allebei familiebedrijven met ruim een halve eeuw ervaring.
Hoe kom je aan een camper?
Nou, verhuurders genoeg. Helaas bestaat er nog geen speciaal keurmerk voor camper verhuur(ders). Een houvast kan het lidmaatschap van de Bovag zijn, zoals Bruggink heeft. Zowel Booij als Bruggink vindt persoonlijke begeleiding belangrijk. Irene Booij: “Wat van belang is, is dat je de campers kunt bekijken voor of tijdens het bespreken van de camperhuur. Ook is belangrijk dat je weet dat je de camper die je bespreekt, ook meekrijgt. Want het komt voor dat de geshowde camper wordt verkocht en een vergelijkbaar, maar toch ander exemplaar wordt meegegeven.” Leon Bruggink: “Wij bespreken altijd eerst de behoeften van de reizigers. Kijk, een camper bestaat uit vijf compartimenten: slaap- en woongedeelte, keuken, badkamer en de schuur. Het is dan soms puzzelen wat de wensen zijn.
Daarom vragen we naar de bestemming en het reisseizoen, op die manier komt het totaalplaatje van de reis naar voren. Wij zoeken daar vervolgens een passende camper bij. Voorbeelden? Ga je in een koud seizoen en vertoef je derhalve veel binnen, dan is een ruim woongedeelte aan te raden. Bivakkeer je op campings waar sanitair aanwezig is, dan is een uitgebreide natte cel wellicht niet nodig. Wil je daarentegen naar speciale camperplekken aan de rand van stadscentra, dan is de badkamer waarschijnlijk belangrijker dan een luxekeuken, omdat je de restaurantjes toch om de hoek vindt. Op die manier komt vanzelf jouw ideale camper bovendrijven, waarbij wij zeggen: ‘Zoek een zo compact mogelijk model, dat rijdt fijner.’”
Daar heeft Bruggink wel een punt, want wat hij op zijn website ‘supercompact’ noemt, is toch al 5,5 meter! Geen enkele personenauto haalt deze lengte. Als je niet gewend bent om te rijden in een (bestel)bus of met een caravan achter je auto, dan is een camper, ook zo’n compact exemplaar, al een heel gevaarte, laat staan campers die nog een paar meter langer zijn. En als je naar Groot- Brittannië of Ierland gaat, dan is een smallere camper aan te raden. “Vanwege de vele met heggetjes afgebakende smalle wegen”, aldus Bruggink die zelf zo’n beetje de hele wereld vanuit campercabines heeft gezien.
Welke camper is geschikt?
Hierboven gaven we al een aanzetje. Maar er is meer. Bruggink: “Tegenwoordig zijn onderkelderde campers ideaal. Ten eerste kun je het gewicht van de bagage hierdoor verdelen over het hele voertuig, waardoor de rijeigenschappen verbeteren, en ten tweede is de camper vanwege de dubbele bodem beter geïsoleerd.” Booij: “Maar let daarbij wel op dat je niet te veel meeneemt. Het totale gewicht van de camper is belangrijk, dus zorg dat het rijklaargewicht genoeg ruimte overlaat om bagage mee te nemen. Het rijklaargewicht is inclusief 75 kilo voor de bestuurder, een dieseltank die voor 90 procent is gevuld, een aluminium gasfles van 11 kilo (16,5 kilo in totaal), 50 kilo voor een halfvolle watertank en 10 kilo voor een elektrahaspel. Dat wil zeggen dat de medereiziger(s) en eventuele extra’s als fietsen, een luifel (ca. 35 kilo) en/of satellietantennesysteem hier nog bij moeten worden geteld, naast je persoonlijke spullen waaronder kleding, etenswaren, boeken, spelletjes en dergelijke. Bij controle van overbelasting is de huurder verantwoordelijk!”
Uiteraard is ook de omvang van het reisgezelschap van invloed op de grootte van de camper. Booij heeft een tip: “Gezinnen met een klein kind kunnen bij ons een los bed bijhuren voor in de cabine. Je kunt dan met twee volwassenen en één kind prima uit de voeten met een auto die geschikt is voor twee personen.” Dat scheelt niet alleen in de huurprijs, maar ook op het gebied van brandstofverbruik en kosten van veerboten en tolwegen bespaar je geld. Maar controleer wel altijd op het kenteken of de camper geschikt is voor het aantal personen waarmee je op pad wilt. Tot slot kunnen ook persoonlijke voorkeuren meespelen: zo wil de een niets liever dan een integraalcamper, terwijl een ander een alkoof ook prima vindt.
Wanneer moet je gaan boeken?
Booij: “Dat ligt aan de samenstelling van de groep mensen waarmee je reist. Zo gaan in juni veel stellen op vakantie. Die vakanties worden vaak al geboekt in september of oktober van het jaar ervoor, om op die manier voldoende keuze te hebben in de uitvoering van de camper en de lengte van de huurperiode (in dit geval gaat het meestal om drie weken verhuur). Ga je met kinderen in het hoogseizoen (de zomervakantie), dan zijn juist de vier- tot zespersoonswagens het eerst weg. Wij maken mee dat sommige mensen als ze terugkomen alweer voor het volgende jaar bespreken. Ook in de periode na de kerst tot aan de vakantiebeurs (medio januari) gebeurt er nog veel. Ben je echter flexibel, dan is er altijd wel een mouw aan te passen.” Bij Bruggink dezelfde antwoorden: “Ga je gedurende de schoolvakanties, boek dan vlug, want veel campers zijn dan snel verhuurd. Wij adviseren om al in november of december voor de volgende zomer te boeken. Buiten schoolvakanties is er meer mogelijk, bij ons zijn er zelfs lastminutes!”
Wat zijn de kosten?
Een camper huren is niet goedkoop. In het hoogseizoen zijn de kale huurprijzen te vergelijken met die van een woning op een bungalowpark, ruim € 1.000 voor een gemiddelde vierpersoonscamper. Daar komt nog het een en ander bij. Een borgsom van eveneens € 1.000, een bedrag dat volgens Bruggink door de meeste professionele verhuurders wordt aangehouden. Daarbij komen de gereden kilometers (boven het aantal vrije kilometers) en vanzelfsprekend is de brandstof voor eigen rekening. De campers zijn allrisks verzekerd, maar met een eigen risico van € 1.000. Bij Booij is dat eigen risico voor € 8 per dag af te kopen. Booij rekent ook zogenaamde uitgiftekosten: € 99 bij compacte campers en € 125 bij de grotere. “De uitgiftekosten berekenen wij voor de uitleg van het gebruik van de camper, je krijgt twee gasflessen mee plus één liter toiletvloeistof, en bij terugkomst wordt de camper door ons vanbuiten gewassen. De camper dient wel vanbinnen schoongemaakt te zijn”, zegt Irene Booij. Kortom: het huren van een camper kan aardig in de papieren lopen.
Wat krijg je ervoor terug?
Het is weliswaar niet goedkoop om een camper te huren, maar je krijgt er wel veel voor terug. Om te beginnen een camper van de nieuwste generatie. Liefhebbers van de romantiek van een klassieke camper kunnen terecht op platforms als Goboony, Camptoo en PaulCamper om bij een particulier een camper te huren (zie pagina 60). Bij bedrijven vindt je praktisch nieuwe campers. Op de website van Bruggink zien we bijvoorbeeld een huurcamper die nog geen 700 kilometer heeft gelopen, terwijl Booij enkel campers uit 2018 en 2019 aanbiedt. Beide verhuurders geven aan dat de campers volledig zijn inge- richt. Dat gaat verder dan alleen kopjes en schoteltjes. Booij: “
Onze huurcampers beschikken standaard over een fietsenrek achterop, een luifel, technische hulpmiddelen zoals elektrasnoer, levelblokken en een waterslang, veiligheidshesjes en een extra waterpomp.” Het accessoirepakket van Bruggink is vergelijkbaar. Uiteraard gaan beide verhuurders prat op het feit dat alle campers zich in een uitstekende staat van onderhoud bevinden en dat bij pech 24/7 ondersteuning wordt geboden. Overigens ziet Bruggink platforms als eerdergenoemde − ook al zijn het min of meer concurrenten − positief: “Ik denk dat een professionele verhuurder meer vangnetten heeft, mocht er eens wat misgaan, maar de opkomst van dergelijke platforms vind ik best. Want op die manier kunnen steeds meer mensen kennis- maken met het camperen. Prima, toch?”
En overzee?
Goed, we hebben nu ongeveer een beeld wat er allemaal bij komt kijken als je een camper huurt bij een professional. Maar … stel dat je niet híer wilt camperen, maar in de Verenigde Staten van de west- naar de oostkust wilt rijden, om eens een uitgebreide dwarsstraat te noemen. Bruggink: “Als je in de VS wilt rondtrekken, kun je uiteraard ter plekke wat regelen, maar ook in Nederland al, zoals bij Travel Home of Jan Doets.”
Tips van de kenners
Speciaal voor diegenen die voor het eerst de stoute camperschoenen aantrekken, hebben Irene Booij en Leon Bruggink een aantal tips en weetjes voorhanden:
- Overnacht ’s nachts liever niet langs de snelweg. Je kunt beter een dorpje inrijden om bijvoorbeeld op een supermarktparkeerplaats te gaan staan. Beter is het nog om te genieten van de reis en op tijd een overnachtingsplek te zoeken op een camping of camperplaats. Dit laatste zijn goedkope plekken (soms gratis) waar je op een legale manier kunt slapen.
- Probeer niet te veel te rijden, zeker niet als je voor het eerst een camperreis maakt. Geniet van je vakantie, het hier en nu, en maak de afstanden niet te groot. Je bent met de camper namelijk niet onderweg: je bent er al, je bent thuis!
- Campers hebben steeds krachtiger motoren, zodat je soms geen idee hebt hoeveel gewicht je bij je hebt. Totdat je een keer flink moet remmen en merkt dat de remmen het werk amper aankunnen. Daarom: schakel de cruisecontrol 2 km/h langzamer in dan je voorganger. Kijk ver vooruit, rijd als het ware als een treinmachinist.
- Laat vooraf elk gezinslid enkele dingen opschrijven die hij of zij tijdens de campervakantie wil gaan doen.
- Je hebt niet elke dag een camping nodig. Maak volledig gebruik van je camper, want je hebt toch alles bij je: 12V-stroom, toilet en douche.
- Probeer sowieso om niet alléén voor campings te kiezen. Een camperplaats is een prima alternatief. Er zijn veel mooie camperplaatsen tegen dorpjes aan of bij haventjes. Of denk aan France Passion. Dit is een boekje met kortingskaart, waarin adressen staan vermeld van wijn- en kaasboeren in Frankrijk. Je mag hier een of twee nachten gratis staan tussen de wijnranken of bij de boerderij. Deze organisatie is er ook voor Engeland, Italië en Spanje. In Duitsland heet het Landvergnügen.
- Fietsen mee is echt aan te raden.
- Het mooie van camperen is het opdoen van kennis. Je kunt met een camper de gebaande paden verlaten (met een buscamper die een korte achteroverhang heeft, kan dit vrij letterlijk worden genomen). De lokale bevolking is vaak erg vriendelijk als er geen duizenden toeristen zijn.
- Volg de weersinformatie goed. Ga lekker de zon achterna!
- Op de app Campercontact vind je camperplaatsen in 54 landen.
Weergaven: 93