10 tips om het vorstelijk warm te houden
Steeds meer kampeerders gaan met een caravan of camper kamperen in de winter naar campings die de hele winter geopend zijn. Niet alleen naar wintersportgebieden, ook in eigen land kamperen we vaker in de winter. Deze tips helpen je op weg om zorgeloos en warm te kamperen buiten het hoogseizoen!
1. Maak jouw caravan of camper op tijd winterklaar
Ga op pad met winterbanden voor camper. Die zijn in veel landen verplicht en ook zeker aan te bevelen. Met winterbanden heb je veel meer grip, trekkracht en een kortere remweg. Naar het buitenland? Neem sneeuwkettingen mee en gebruik ze op besneeuwde hellingen. Plaats sneeuwkettingen om de aangedreven wielen, bij permanente vierwielaandrijving om de voorwielen. Gebruik de juiste maat en type sneeuwketting. Voor campers tot 3,5 ton heb je kettingen nodig met dichtgelaste schakels.
2. Gebruik een goed geïsoleerde camper
Buscampers en halfintegralen verliezen veel warmte via de cabine. Gebruik voor deze campers een op maat gemaakte isolatiedeken.
3. Vorst? Laat de kachel branden
Bij vorst moet je de camperkachel continue laten branden, anders bevriezen waterleidingen, watertanks en boiler. Zet de kachel dus niet te laag of helemaal uit. Zorg dat de binnentemperatuur tussen de 18°C en 22°C ligt. Slaap je graag in een frisse ruimte? Dan kun je in het slaapgedeelte de uitstroomopeningen van de verwarming eventueel afsluiten. Controleer het niveau van de gasflessen geregeld, zodat de verwarming ’s nachts niet in ene uitvalt. Met een speciale gasdrukregelaar (zoals een Truma DuoControl) heb je daar overigens geen last van; die schakelt automatisch over van een lege naar een volle gasfles.
4. Zorg voor genoeg gasvoorraad
Omdat je voor het verwarmen van de camper meer gas verbruikt dan in de zomer, kun je op campings in wintersportlanden meestal grote gasflessen van dertig liter huren. Er zijn ook wintersportcampings met comfortplaatsen met een vaste gasaansluiting en een vorstbestendig tappunt voor water. Elektrisch stoken lijkt voor de hand te liggen maar let op: sommige campings rekenen ’s winters soms wel € 0,70 tot € 0,80 per kilowattuur! Met gas ben je veel goedkoper uit. Bij strenge vorst verbruik je maximaal 11 liter propaangas per drie tot vijf dagen. Let op: alleen propaangas is geschikt voor de koude wintertemperaturen!
5. Verspreid de warmte met ringverwarming
Ringverwarming verspreidt verwarmde lucht vanuit de (hoofd)kachel via een ventilator en buizenstelsel naar alle uithoeken van camper. Met ringverwarming (eventueel aangevuld met vloerverwarming), of desnoods met een elektrisch kacheltje met ventilator, wordt de warmte aangenaam door de hele ruimte verspreid. Houd er wel rekening mee dat extra verwarmen de thermostaat van de standaard gaskachel kan beïnvloeden.
6. Zorg voor goede ventilatie
Om vocht en condens in de camper kwijt te raken, is dagelijks een half uur goed ventileren een must. Ga je een paar uur buiten op pad? Zet dan het dakluik op de ventileerstand en kasten en bankasten op een kier. Haal een doekje over plekken die condens aantrekken, zoals raam- en deurkaders. Zorg dat het smeltwater van de sneeuwlaag op het dak kan weglopen en zich niet ophoopt rond dakluiken. Haal die zware sneeuw sowieso zo snel mogelijk van het dak en de voortent.
7. Voorkom bevriezing van de waterleiding
Om te voorkomen dat watertanks en waterleidingen bevriezen, moeten deze binnen het bereik van de ringverwarming zijn gemonteerd. Kast- of meubeldeurtjes open zetten wil ook helpen. Campers kunnen gebruik maken van een geïsoleerde en verwarmde vuilwatertank. Is het water toch bevroren? Stook de kachel extra op of ontdooi de leidingen met een föhn.
8. Gebruik een stevige wintervoortent
In Nederland heb je genoeg aan een gewone voortent met extra dakliggers, maar in wintersportgebieden heb je een stevige wintervoortent nodig voor dat grote pak sneeuw. Een speciale wintertent heeft een stevig frame met extra dakliggers en een sterk, weerbestendig doek. Het dak is erg stevig en extra schuin, zodat het sneeuw er makkelijker afglijdt.
Gebruik je een gewone voortent? Versterk deze dan met extra dakliggers en ondersteunende stokken. Verwarm de voortent met een vloeistof- of ventilatorkacheltje. Leg een stuk plastic in de voortent met daarop tenttapijt of tenttegels. Zet het plastic goed vast want dat glijdt snel weg op sneeuw en bevroren ondergrond. Gebruik voor de ingang een dikke mat om je sneeuwschoenen op uit te kloppen. Sluit ’s nachts de gordijnen, dat scheelt warmte.
9. Gebruik de juiste haringen bij sneeuw en ijs
De wintervoortent zet je het liefst goed vast. Gebruik plankjes met een plastic zak erom onder de uitdraaisteunen. Zo vriest er niets vast. Maak de besneeuwde ondergrond zo egaal mogelijk. Sla lange stalen sneeuwharingen in de bevroren grond met een ‘vuistje’ (moker). Krijg je de haringen er toch niet in? Boor dan een ondiep gat, steek de haring er in en geef er nog een paar klappen op. Eenmaal opgezet, bedek je de slikranden met sneeuw met behulp van sneeuwschep en bezem.
10. Niet vergeten!
- Sneeuwschep
- Bezem
- Vuistje/klauwhamer
- Sneeuw/ijsharingen
- Ontdooivloeistof
- Föhn
- Plankjes met plastic zakje, wielkeggen
- Grondzeil
- Mat of tegels voor in de voortent
- Kabelhaspel met rubberen kabelmantel
- Elektrische kachel (check beschikbare ampères op camping)
- Vloeistofkachel inclusief reservevloeistof
Weergaven: 149
